lied: |   |   |   |
auteur: | Duyse, Pr. van (componist) |
|
titel: | CXIX. VAN 'T MOLENARINNETJE |
beginregel: |
Te Bamis als het regent, / Dan sijn de waters diep, ja diep
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Des winters als het regent Dan zijn de paadjes diep ja diep
|
(42 liederen)
|
refrein: | Met [var] rijfstock en [var] strijckstock, / Met [var] lapsack en [var] knapsack |
aantal strofen: | 6 |
muziek: |
met muzieknotatie |
|
trefwoord: | Bamis |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Oudere zangwijze | 's Winters als het regent (2)   | (35 liederen) |
|
commentaar:
|
Bronvermelding: J. ter Gouw m.m.v. Vaderlandsche Geschied- en Oudheidkundigen: De oude tijd. Haarlem, 1874, p369. Tussen titel & wijsaanduiding en lied zijn twee variaties van de melodie opgenomen uit: J.F. Willems. Oude Vlaemsche Liederen. Gent 1848, p267.
|
recordnummer: | 127781 |
bron: |
siglum: | Scheltema NLd1885
(1885)
|
titel: | Nederlandsche liederen uit vroegeren tijd, uitgegeven door ... . |
pagina: |
p269
(liednummer 138) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (archive.org) |
|