lied: |   |   |   |
titel: | Koddige t'Samenspraek, tussen een Pater Gardiaen en een Jongman, over 't aendoen van de Capuçyners Kap |
beginregel: |
Wie hoor ik kloppen aen myn deur? / Terstond kwam daer de Pater veur
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Wie hoor ik kloppen aan mijn deur Terstond kwam daar de
|
(3 liederen)
|
aantal strofen: | 7 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | dialooglied (wereldlijk) |
trefwoord: | Leuven / Holland / Kapucijner orde / jonge man <-> / pater gardiaan / kloosterleven of trouwen? / minderbroeders / klooster / monnikenkap / keuze / twijfel |
korte inhoud: | Een jonge man begroet een gardiaan van een klooster. De jonge man is enige tijd in Holland geweest, en wil nu weten hoe het staat met de intredingsprocedure, die blijkbaar voor zijn vertrek in werking is gesteld. De beslissende brief is nog niet binnen. Dan biecht de jonge man op dat hij het niet ziet zitten om verder te leven zonder wijn, tabak en spelen. In de oorlofstrofe wordt jonge mannen afgeraden om kapucijn te worden; ze kunnen beter een mooi meisje trouwen. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Op een schoone Voys | Pater Gardiaan | (6 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
5
|
commentaar:
|
Laatste strofe =oorlofstrofe. Niet gelijk aan OPN OGL 43507.
|
recordnummer: | 117178 |
bron: |
siglum: | UtVrede1718
(1718)
|
titel: | De Gekroonde Utrechtze Vreede, Of de Nederlandze Vreugd godin. Vercierd met de [...] |
pagina: |
p8
(liednummer 3) |
gebruikt ex.: | Amsterdam MI: 3978 Gesloten Kast: B 13 (4) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|