|
|
bron: | P-PeterszKL 1540 |
| titel: | Kamper liedboek] |
| jaar: | [1540 ca.] |
| druk/uitgave: |
| Kampen: Petersz., Jan (druk) |
|
| collatie: | 8vo oblong F-M8 (de rest ontbreekt, overgeleverd in losse katernen) | | muziek: |
met muzieknotatie
(meerstemmig) | | aantal liederen: | 37
37 beschreven in de Liederenbank, waarvan 37 met muzieknotatie |
| type: |
druk.
liedboek.
|
| literatuur: | Bonda 1996, 498-499 / De Bruin & Oosterman 2001, dl2, 825 / Kamper liedboek 1966 (editie) / Nanninga Uitterdijk 1878-82 / NK, nr3397 en 3398 / Van Duyse 1891a, 125-160 (mn 147-160) / Van Duyse 1891a, 125 vv. en vooral 147-160 (editie) |
| gebruikt ex.: | Kampen GA: Hs 212 |
| gebruikte editie: | Kamper Liedboek 1966 | | exemplaren (1): | | Kampen GA: Hs 212 (17 kat. F. en 2 kat. L; van de overige kat. niets bewaard. |
| | ex./kopie Meertens: | | 3978 12 c 16e Kamper (olim 3978 Gesloten Kast: B 50 [=facsimile]) | | 3978 FK P-PeterszKL 1540 (fotokopie) |
| | commentaar: | Het zgn. Kamper Liedboek:
Verzameling van oorspronkelijk 37 liederen, Tekst van 12 compleet, 5 incompleet, rest ontbrekend.
14 liederen overgenomen van de overgeleverde katernen in de herdruk; 23 andere uit het register. Twee stemboeken.
Lit. volgens NK:
[Biblio. Adv. IV (1878-'82), 276-282 (met uitvoerige opgave van inhoud)]; [mijn (=NK) opstel in HB. XXIII (1935-1936) 165-174]; [Fl. van Duyse in TVNM III (Amst., 1891), 125 vv. en vooral 147-160]; [C.W.H Lindenburg in Tijdschr. der Ver. v. Ned. Muziekgeschiedenis XVI (Amst. 1940), 56]; [mijn (=NK) vermelding in HB XXVI.90].
NK2 3397: Eerste stem, waarbij NK 3398, een afzonderlijke uitgave, de tweede stem is. Het z.g. Kamper Liedboek. Zie o.a. Biblio. Adv. IV (1878-'82), 276-282 (met uitvoerige opgave van inhoud) en mijn opstel in HB. XXIII (1935-1936) 165-174. Aan dit laatste moet nog worden toegevoegd als bron Fl. van Duyse in Tijdschr. der ver. voor N. Ned. Muziekgeschiedenis III (Amst., 1891), 125 vv. en vooral 147-160. Hierin de tekst van de liederen. Vgl. verder aantt. bij 3396.
NK3-3 0797-0798: Bij deze bewaarde altus en bassus hebben naar alle waarschijnlijkheid ook een tenor- en discantus partij bestaan. Zie hiervoor Lindenberg en HB XXVI. |
|
| beschreven liederen uit deze bron (37)
|
|
