Louis Peter Grijp legde in de jaren 1986-1990 samen met software-ontwikkelaar Stijn Stribos en student-assistenten Johan Kolsteeg en Clara Strijbosch een databank aan met metadata van ca. 5.700 liederen uit de eerste helft van de Gouden Eeuw. Bijzonder was dat van de liederen niet alleen de beginregel en de wijsaanduiding, maar ook de strofevormen werden opgenomen. Vandaar de benaming 'voetenbank', al werden niet zozeer de versvoeten als wel de accenten van de liedteksten gecodeerd. Met het corpus testte Grijp theorieën uit ten behoeve van zijn dissertatie over de contrafactuur en de strofische heuristiek (het zoeken naar melodieën met behulp van strofevormen). Het project werd gefinancierd door NWO en uitgevoerd aan de Universiteit Utrecht. Grijp promoveerde in 1991 cum laude op het proefschrift Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw. Het mechanisme van de contrafactuur, waarvoor hij een Erasmus Studieprijs ontving. Promotor was prof. dr Riet Schenkeveld-Van der Dussen, co-promotor dr. Rudolf Rasch.
Medewerkers
Aanleiding
Van Voetenbank naar Nederlandse Liederenbank
Publicaties
Corpus
|