lied: |   |   |   |
titel: | Een nieuw Lied, van een Jongeling in Oostenrijk, die onschuldig is gehangen, en hoe den derden dag een Engel boven de stad heeft zien laten roepende seer luyde dat zy den Jongeling souden afnemen en eerlijk begraven, of dat de stad deerlijk zou verzinken |
beginregel: |
In Oostenrijk daer staat een Huys, / Seer fraey en wel ten toone
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | In Oostenrijk daar staat een huis Zeer fraai en wel ten toon
|
(6 liederen)
|
aantal strofen: | 16 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | Rosenberg / Oostenrijk / gevangen / ondergronds / adders / slangen / borg betalen / gouden keten / toren / sacramenten / blinddoeken / moeder / onschuldig / ophangen / engel / wraak / gewroken / dertig man / doodgestoken |
korte inhoud: | Een jongeman wordt gevangen gehouden met een gouden keten in een toren en ondanks de smeekbeden van zijn vader ter dood veroordeeld door ophanging. De derde dag na zijn dood roept een engel op om de jongen van de galg af te nemen omdat anders de stad zal verzinken. |
  | |
melodienaam: |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Laatste vers strofe 4: Bij aderen en by Slangen (komt voor als wijsaanduiding).
|
recordnummer: | 158465 |
bron: |
siglum: | Coll Nijhoff
([1700 ca.])
|
titel: | Collectie Nijhoff. Verzameling van volks- en straatliedjes. |
pagina: |
p680
(liednummer 296) |
gebruikt ex.: | Leiden UB: 1497 H 16 |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|