lied: |   |   |   |
auteur: | |
titel: | Tegens de Geld-zucht |
beginregel: |
De Geldt-zucht, die noch grondt noch bodem heeft, / Doet t'aller-tijdt den mensche meer begeeren
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | De geldzucht die noch grond noch bodem heeft Doet te aller
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 8 |
muziek: |
met muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | bespiegelend lied / schriftuurlijk lied (geestelijk) |
trefwoord: | geldzucht / begeerte / hebzucht / gierigaard / overvloed |
  | |
melodienamen (3): |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Psalm 116. Ik heb den Heer lief, want, &c. | Psalm 116 Datheen | (197 liederen) | O God! gy hebt nu weer in mijnen mondt. Aldus. | O God gij hebt nu weer in mijn mond | (4 liederen) |   | De geldzucht die noch grond noch bodem heeft   | (1 lied) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Bijbelse marginalia. Muzieknotatie komt niet overeen met Sluiter Gz1687 011. Genoteerde melodie is waarschijnlijk nieuw gecomponeerd.
|
recordnummer: | 118586 |
bron: |
siglum: | Sluiter EB1687
(1687)
|
titel: | W. SLUITERS BUITEN- EENSAEM HUIS- SOMER EN WINTER-LEVEN. Aenwijsende, Hoe men op een [...] |
pagina: |
p93
(liednummer 13) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (search.proquest.com) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|