lied: |   |   |   |
titel: | 41. Annders |
beginregel: |
Die Nachtegal die sannck ain lied / datt lerde nich [!]
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | De nachtegaal die zong een lied Dat leerde ik
|
(12 liederen & extra informatie)
|
aantal strofen: | 5 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst naar de editie Leloux 1985 |
|
genre: | liefdeslied / verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | nachtegaal / buiten slapen / geliefden / vrijerij / moeder / dochter / afwezigheid |
korte inhoud: | Inhoud naar Leloux: Als 'Natureingang' haalt de dichter de nachtegaal aan, die door zijn gezang de minnaar ertoe brengt buiten bij zijn geliefde te gaan slapen. Moeder ontdekt de afwezigheid van haar dochter. Deze kent haar minnaar al langer en er volgt een algemene beschouwing over de aantrekkingskracht van de geliefde op de dichtende minnaar. Het gedicht is inhoudelijk niet als een eenheid te beschouwen. Mogelijk zijn de strofen uit verschillende liederen afkomstig. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | De nachtegaal die zong een lied | (74 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . .
4a 2B 4a 2B 3c 4D 3c | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
7
|
recordnummer: | 22673 |
bron: |
siglum: | HsWrTLB oct146
(1537-1543)
|
titel: | Zutphens Liedboek (Weimarer Liederhandschrift) |
pagina: |
f43r
(liednummer 41) |
gebruikt ex.: | Weimar, Thüringse Landesbibliothek, Oct.146 (in facsimile) |
editie: | Leloux 1985, p170 | |
|