lied: |   |   |   |
beginregel: |
Hoe wonderlick zijn de wercken Gods / Onbegrijpelick zijn zijn weghen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Hoe wonderlijk zijn de werken Gods Onbegrijpelijk zijn zijn
|
(5 liederen)
|
aantal strofen: | 8 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst naar VhGL1558 tekst naar de druk/editie SchrL1595 |
|
genre: | schriftuurlijk lied / vermaanlied (geestelijk) |
korte inhoud: | De gelovige wordt vermaand God te geloven en te volgen: wat voor mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Een ridder en een Meysken jonck | Een ridder en een meisje jong | (111 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
=Van Duyse III, 2701. Laatste strofe =zangersstrofe. Melodienorm, zie AALb1589 037.
|
recordnummer: | 21444 |
bron: |
siglum: | VhGL1558
(1558)
|
titel: | Veelderhande gheestelicke Liedekens, ghemaeckt uut den ouden ende nieuwen [...] |
pagina: |
fM4r
(liednummer 96) |
gebruikt ex.: | Utrecht UB: F oct. 329 rariora |
editie: | Van Duyse, III, 2701 | |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (objects.library.uu.nl) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|