lied: |   |   |   |
titel: | Wonderbaar Kraam-geval, van eene Vrouw tot Scheveninge, by 's Gravenhage, die vyf Dogters op eene tyd gebaart heeft; dog dewelke naar 't welhagen der Goddelyke Alvoorzienigheyt, korts daar na, schier op eenen en zelven tyd overleeden zyn, geschiet op drie |
beginregel: |
Wat onbegrypelyk wonderwerk, / Laet ons de Heer verschynen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Wat onbegrijpelijk wonderwerk Laat ons de Heer verschijnen
|
(2 liederen)
|
aantal strofen: | 10 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | verhalend lied (wereldlijk en geestelijk) |
trefwoord: | 6 januari 1719 / [5 januari 1719] / Arens Boef Roosendaal [vader]] / Kniertje [Gerbrants de Wit [moeder]] / Scheveningen / vijfling / vijf dochters / snel overleden / kinderen / wonder |
  | |
melodienaam: |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . .
4A 3b 4A 3b 4C 4C 3d 3d | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
recordnummer: | 192828 |
bron: |
siglum: | HaFaam1721
(1721)
|
titel: | De Roemrugtige HAAGSCHE FAAM, Of de Nieuwe Amsterdamsche FONTEYN. Verciert met de [...] |
pagina: |
p66
(liednummer 42) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 8 E 21 ? |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (books.google.nl) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|