lied: |   |   |   |
titel: | Voor een persoon, die eenen Gheestelicken Orden begheert te aenveerden |
beginregel: |
Doen ic des wereldts weeld hantierden, / En haer ghenoechten heel playsant
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Doen ik des werelds weelde hanteerde En haar geneugten heel
|
(2 liederen)
|
aantal strofen: | 6 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst naar GLusthof1632 tekst naar de druk/editie GLusthof1722 |
|
genre: | afscheidslied / devoot lied (geestelijk) |
trefwoord: | afkeer en afscheid van wereld / bekering / leven naar God |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Met recht mach ick my wel beclaghen | Zal ik nog langer in hete tranen | (190 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . .
4a 4B 4a 4B 2C 2C 4D 4D | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Melodienorm o.g.v. strofevorm; zie ook het het commentaar bij het lied waarbij deze wijsaanduiding de beginregel is: CupLusthUtrN1679 072.
|
recordnummer: | 6126 |
bron: |
siglum: | GLusthof1632
(1632)
|
titel: | Een Gheestelijck Lust-hoofken, Met schoone lieffelijcke geestelijcke Ghesangen [...] |
pagina: |
p128
(liednummer 53) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 4 G 20:2 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (search.proquest.com) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|