lied: |   |   |   |
auteur: | Schabaelje, Jan Philipsz] |
|
titel: | Het hondert en vierde Liedt, Van de Hemelsche blijdtschap die de Gheloovighe te verwachten hebben, als Godt haer in zijn eeuwigh Rijcke, door den dienst der Engelen, namaels vergaderen sal |
beginregel: |
Dat eenigh Godlijck wesen soet, / Wil uwen Gheest bedouwen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Dat enig goddelijk wezen zoet Wil uw geest bedauwen
|
(3 liederen)
|
aantal strofen: | 16 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | geestelijk lied (geestelijk) |
trefwoord: | zuiver gemoed / Gods liefde / gelovigen / Gods eeuwig rijk |
  | |
melodienaam: |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . +. .
4A 3b 4A 3b 2C 2C 3b | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
6
|
commentaar:
|
Identificatie auteur o.g.v. Visser, Broeders II, 280-1. Daar was een herder is een lied van Van Mander met een "noodwijsaanduiding" (vgl. Grijp 1991, 202 en Van Duyse I, 350).
|
recordnummer: | 5070 |
bron: |
siglum: | GeestBloem1637
(1637)
|
titel: | 't Gheestelijck BLOEM-HOFKEN, Beplant met veel lieflijcke Bloemkens, van verscheyden [...] |
pagina: |
p617
(liednummer 104) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 174 H 25 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (search.proquest.com) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|