lied: |   |   |   |
auteur: | Schabaelje, Jan Philipsz] |
|
titel: | Het een-en-tachtighste Liedt, Van de vastigheydt eens waerachtigen Christens |
beginregel: |
Laet ruysschen, en laet waeyen den wint / van lyden en verdriet
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Laat ruisen en laat waaien de wind Van lijden en verdriet
|
(3 liederen)
|
aantal strofen: | 13 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | geestelijk lied (geestelijk) |
trefwoord: | duivel / gemoed / standvastigheid / Christen / evenwichtig |
  | |
melodienamen (2): |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Wy hebben een goe mare verstaen, &c | Laat ruisen en laat waaien de wind | (7 liederen) |   | Die mij te drinken gaf ? | (28 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Identificatie auteur o.g.v. Visser, Broeders 2 p280-1. 2e melodienorm op grond van strofevorm: met name de laatste regel zonder opmaat correspondeert heel mooi met de Souterliedekens1540a-versie van 'Die mij eens te drinken gaf' - een voor de hand liggend model voor doopsgezind dichter. Probleem is echter dat de andere liederen met de wijsaanduiding 'Laat ruisen en laat waaien de wind' de veel minder karakteristieke 4343 accenten tellen.
|
recordnummer: | 5047 |
bron: |
siglum: | GeestBloem1637
(1637)
|
titel: | 't Gheestelijck BLOEM-HOFKEN, Beplant met veel lieflijcke Bloemkens, van verscheyden [...] |
pagina: |
p502
(liednummer 81) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 174 H 25 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (search.proquest.com) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|