lied: |   |   |   |
titel: | Vanden Timmerman |
beginregel: |
Wie wil hooren singhen / Van eenen Timmerman
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Wie wil horen zingen Van een timmerman
|
(12 liederen & extra informatie)
|
aantal strofen: | 12 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst naar AntwLb1544 tekst naar de editie Vellekoop 1972 |
|
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | timmerman / burchtgravin / overspel / doodstraf / ophangen / redding door gravin / gouden ring |
korte inhoud: | Een timmerman is, na overspel met een burggravin, veroordeeld tot de strop. De burggravin hoort hiervan en komt hem redden, door de rechters te vragen of zij haar liefde wel weerstaan zouden hebben. Zij moeten dit ontkennen. Als dank voor zijn redding geeft de timmerman de burggravin een gouden ring. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Van de timmerman | (34 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . .
3a 3B 3c 3B
(Rijm onreg.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
=Van Duyse I, 217. Volgens Van Duyse I, 218 ontleend aan het Duitse lied 'Der Mond der scheint so helle' (Ambraser Liederbuch nr78).
|
recordnummer: | 1760 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f90v
(liednummer 164) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Joldersma 1982, I 188 en II 282 / Van der Poel 2004a, I 370 en II 371 / Van Duyse, I, 217 / Vellekoop 1972, I 174 / Vellekoop 1972, II 114 en II 238 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|