lied: |   |   |   |
titel: | Een oudt liedeken |
beginregel: |
Te Bruynswijck staat een casteel / Daer woonen ghebroeders sesse
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Te Brunswijk staat een kasteel Daar wonen gebroeders zes
|
(6 liederen)
|
refrein: | Dat clage ic god [v5] |
aantal strofen: | 9 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | verhalend lied / ballade (wereldlijk) |
trefwoord: | Brunswijk / dood geliefden / zes broers / val paard / onthoofding / hoofd wassen / lied zingen / zelfmoord meisje / zwaard / gedeeld graf / egelantier |
korte inhoud: | In Brunswijk wonen zes broers in een kasteel. Één van hen heeft een meisje lief. Wanneer hij naar haar toe wil gaan, komt zijn paard ten val. Hij zingt een lied. Zijn geliefde hoort het lied en begrijpt dat haar geliefde onthoofd wordt. Zij gaat naar hem toe en steekt een zwaard in haar hart: de beide geliefden zijn gestorven. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Te Brunswijk staat een kasteel | (8 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
6
|
commentaar:
|
Misschien werd het lied van de Reguliere monnik (AntwLb1544 057) op dezelfde melodie als Brunswijk gezongen. Van het eerste bestaat een variant met dezelfde refreinstructuur.
|
recordnummer: | 1747 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f83r
(liednummer 151) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Joldersma 1982, I 172 en II 262 / Van der Poel 2004a, I 340 en II 346 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|