lied: | | | |
titel: | Een oudt liedeken |
beginregel: |
Het gheviel op eenen donderdach. / Ontrent der halver weken
|
alle liederen met deze tekst
|
tekstnorm: | Het geviel op een donderdag Omtrent de halve week
|
(2 liederen)
|
aantal strofen: | 11 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | Borgstraat / Lijsje / kappelaan / bezoek / vrouw / man afwezig / overspel / gevecht / geslachtsdeel |
korte inhoud: | Op een donderdag komt een kappelaan aan bij een vrouw wier man niet thuis is. Zij bedrijven de liefde. 's Avonds bij thuiskomst ziet de echtgenoot wat er is gebeurd. Wanneer hij zijn vrouw mee naar bed wil krijgen, krijgen de twee echtelieden slaande ruzie. |
| |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Het geviel op een donderdag | (12 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Laatste strofe =zangersstrofe. Voor de melodienorm en de inhoud: zie ook het commentaar bij DEPB1539 151.
|
recordnummer: | 1666 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f41v
(liednummer 70) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Joldersma 1982, I 81 en II 130b / Van der Poel 2004a, I 162 en II 178 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|