lied: |   |   |   |
titel: | Een out liedeken |
beginregel: |
Het quamen drie ruyters geloopen / So verre int duytsche lant
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Het kwamen drie ruiters gelopen Zo ver in het Duitse land
|
(6 liederen & extra informatie)
|
aantal strofen: | 7 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | Duitsland / Straesvorch [Straatsburg] / Rijn / arm <-> rijk |
korte inhoud: | Drie arm uitziende ruiters komen in Duitsland aan bij een taveerne. Daar zij zeggen geen geld te hebben, mogen zij blijven mits zij achter de tap werken. De jonkvrouw (dochter van de waardin?) valt voor de jongste ruiter. Hij blijkt in werkelijkheid rijk te zijn. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Het kwamen drie ruiters gelopen | (10 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . .=+.= .
4A 3B 3c 1c 3B
(Rijm onreg.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Mogelijk houdt deze melodienorm verband met de norm 'Van de timmerman', o.g.v. incipit AntwLb1544 058 en incipit DEPB1539 043 (o.a.) en o.g.v. strofeschema. Ook in AALb1589 op p77 (o.g.v. register).
|
recordnummer: | 1654 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f34v
(liednummer 58) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Joldersma 1982, I 68 en II 109 / Van der Poel 2004a, I 135 en II 152 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|