Boven een liedtekst staat vaak een wijsaanduiding genoteerd, zodat een zanger wist op welke melodie hij de tekst moest zingen. Bijvoorbeeld:
(1) Op de wijze van Condé.
Wilhelmus van Nassouwen,
Ben ick van Duytschen bloed.
(enz.)
Maar ook:
(2) Op de wyse van Wilhelmus van Nassouwen.
Ick heb droefheyt vernomen
Sprack daer een Spaensche Poet,
(enz.)
Om in het kaartsysteem duidelijk te maken dat deze twee liederen op dezelfde melodie moesten worden gezongen, werden hun kaartjes bij elkaar gezet. Voorop stond dan een kaartje met de standaardnaam van de melodie, de "melodienorm". In het NVA was dat de oudste naam waaronder de melodie bekend was, in dit geval "Condé", naar het Franse lied over het beleg van Chartres door de Prins van Condé (1568). In de Liederenbank werden deze melodienorm niet altijd letterlijk overgenomen. In dit geval is er "Wilhelmus" van gemaakt, omdat de melodie het meest onder die naam is aangehaald. |